DNA-verwantschapsonderzoek verplicht of niet?

DNA-verwantschapsonderzoek verplicht of niet?

2012 en 2018 zijn twee belangrijke jaartallen als het gaat om doorbraken in grote politieonderzoeken. In 2012 werd de moordenaar van Marianne Vaatstra gevonden en in 2018 was er een groot keerpunt in de zaak van Nicky Verstappen. Jos B. werd na twintig jaar opgepakt als hoofdverdachte in deze zaak. Beide doorbraken waren het gevolg van een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek. Tot op heden is deelnemen aan zo een soort onderzoek vrijwillig en dus voor niemand verplicht. Of dit in de toekomst zou kunnen veranderen is nog maar de vraag. De meningen over dit onderwerp lopen namelijk erg uiteen.

DNA-verwantschapsonderzoek kan in het kort worden uitgelegd als een middel dat door de politie ingezet kan worden als een zaak onopgelost blijft, doordat bepalend DNA niet aan een dader gekoppeld kan worden. Tijdens een dergelijk onderzoek doet de politie een oproep aan de burgers om vrijwillig te helpen met een zaak door middel van het afstaan van hun DNA. Vervolgens worden al deze DNA-profielen vergeleken met het DNA van het betreffende onderzoek. Als een verwante van de dader of de dader zelf DNA heeft afgestaan kan dit een match opleveren met het DNA van het onderzoek. DNA-verwantschapsonderzoek kan dus het verschil maken tussen een onopgeloste zaak en een opgeloste zaak.

Belangrijke wetswijziging

Voor april 2012 was het niet mogelijk om een dergelijk DNA-verwantschapsonderzoek uit te voeren. Om die reden heeft het ook zolang geduurd voordat Jasper S., de moordenaar van Marianne Vaatstra, werd opgepakt. In 1999 werd het levenloze lichaam van de zestienjarige gevonden, terwijl de dader pas in 2012 werd gearresteerd. Deze doorbraak had vooral te maken met de wetswijziging in april van dat jaar, die grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek mogelijk maakte. Zowel in de zaak van Marianne Vaatstra, als de zaak van Nicky Verstappen was dit de bepalende factor voor het vinden van de hoofdverdachte. In 1998 werd het lichaam van de elfjarige Nicky gevonden. Twintig jaar later, in 2018, werd Jos B. pas opgepakt als hoofdverdachte in deze zaak. Dit heeft zo lang geduurd omdat de juiste middelen voor dit soort onderzoeken er pas sinds kort zijn en omdat Jos B. voor een langere periode in het buitenland verbleef. Uiteindelijk is het DNA gematcht met Jos B. nadat familieleden van de vierde of vijfde graad mee hebben gewerkt aan het verwantschapsonderzoek in 2017.

Eisen DNA-verwantschapsonderzoek

Uit het voorgaande blijkt dat grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek soms dé oplossing kan zijn in een onopgeloste zaak. Toch mag en kan het niet altijd ingezet worden. Voor het afnemen van dit soort onderzoeken gelden namelijk strenge criteria. Allereerst kan het onderzoek alleen worden ingezet in een zaak van een ernstig misdrijf, waar een maximale gevangenisstraf van acht jaar of meer op staat. Daarnaast moet het onderzoek een reële kans van slagen hebben en moet er toestemming zijn gegeven door het college van procureurs-generaal. Dit is het college dat het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid van het Openbaar Ministerie bepaalt.

Voorstel wetswijziging

Sinds het succes in de zaak van Nicky Verstappen rijst ook steeds vaker de vraag of deelname aan DNA-verwantschapsonderzoek verplicht zou moeten worden. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid vindt dat er gekeken moet worden naar een wetswijziging die deelname verplicht stelt. Op dit initiatief heeft de minister veel kritiek ontvangen. Uit de strafrechtadvocatuur klinken geluiden dat een verplichtstelling past in het beeld van een ‘überveilige’ samenleving maar dat het onhaalbaar is. Verplichte deelname aan het DNA-verwantschapsonderzoek zou onder meer in strijd zijn met de lichamelijke integriteit van individuen.

Nederlandse Orde van Advocaten & de politiek

Ook de Nederlandse Orde van Advocaten (hierna: Orde) staat niet positief tegenover het idee van minister Grapperhaus. Er bestaan namelijk al verplichtingen voor veroordeelden van een ernstig strafbaar feit om DNA af te staan. Volgens de Orde gaat het erg ver om mensen die niet verdacht zijn te gaan verplichten DNA af te staan. Daarnaast ziet de Orde een praktisch probleem. Hoe zit het namelijk met de mensen die niet reageren op een oproep? We kunnen moeilijk iedereen dwingen fysiek mee te werken en als dit al zou kunnen is het nog maar de vraag of dit mag.

Hoewel de Orde hierin gelijk zou kunnen hebben zijn er ook genoeg mensen die het wel eens zijn met het voortel van Grapperhaus. Onder andere CDA, PvdA en VVD zijn van mening dat iedereen die in de buurt is geweest van een ernstig delict, verplicht DNA moet afstaan. Voormalig kamerlid en staatssecretaris Fred Teeven van de VVD heeft naar buiten gebracht dat hij voor een wet is die meewerken aan DNA-verwantschapsonderzoeken verplicht stelt. Tevens heeft Madeleine van Toorenburg, kamerlid van de CDA, in 2018 hierover het volgende laten weten: “We moeten er alles aan doen bij dit soort afschuwelijke misdrijven de dader op te sporen. Wanneer die niet gevonden kan worden, moet er een moment komen om grootschalige DNA-afname onder burgers te verplichten.”

Hoewel de PvdA en de VVD van mening zijn dat er bepaalde groepen verplicht moeten meewerken aan DNA-onderzoek, is CDA de enige partij die daadwerkelijk een wetswijziging zou willen om dit te bewerkstelligen.

Mening burger

Niet alleen de politiek en de advocatuur hebben een mening over dit onderwerp, ook onder de burgers zijn de meningen verdeeld. Naar aanleiding van de doorbraak in de zaak van Nicky Verstappen heeft Maurice de Hond in 2018 een opiniepeiling gehouden. Het onderwerp: moet deelname aan grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek verplicht worden? Van de ruim 2000 respondenten was 60% voor het verplichtstellen van deelname aan DNA-verwantschapsonderzoek. Iets meer dan de helft dus. Wel moet de deelname dan bijdragen aan het oplossen van een ernstig misdrijf.

Het komt er dus op neer dat over het al dan wel niet verplicht stellen van deelname aan grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek tot op heden nog geen unaniem besluit is genomen. De meningen over dit onderwerp lopen erg uiteen en het onderwerp brengt een zware lading met zich mee. Want waar de één van mening is dat een opgeloste zaak het belangrijkste is, is de ander weer van mening dat deelname altijd vrijwillig moet blijven.

Heeft u vragen over dit onderwerp of over andere strafrechtelijke kwesties? Neem gerust en vrijblijvend contact met ons op.

Geen reactie's

Geef een reactie